Met zijn grote autonomie heeft Sardegna [Sardinië] veel bijzonderheden. Zo spreken de bewoners een taal die vrij veel op het Latijn lijkt en vestigden zij zich vooral in de bergen om kuddes schapen te houden. Zij beschouwen zich Sarden, niet Italianen. Sardegna staat verder bekend als plek waar de allerrijksten verblijven. Want wie zou er nu niet iedere dag wakker willen worden met de geur van de bloemen en het geluid van de golvende zee om je heen?
Algemene informatie Sardinië
Het eiland wordt gekenmerkt door een heuvelachtig binnenland. Het golvende grasland is overdekt met macchia: wilde tijm en rozemarijn, mirte, cactusvijgen en dwergeiken. Voortdurend beschenen door de zon verspreiden deze een heerlijke geur. Het eiland wordt omringd door de Mare Mediterraneo aan de westkant en de Mare Tirreno aan de oostkant. De kleur van het water kent alle schakeringen blauw van azuurblauw, azzurro, tot smaragdgroen, smeraldo. De N131, van Olbia in het noordoosten langs Nuoro naar Cagliari in het zuiden, deelt het eiland in drieën. Halverwege het eiland is namelijk nog een vertakking naar Sassari in het noordwesten. Verder is het eiland goed ontsloten door goedbegaanbare regionale wegen, grotere plaatsen zijn ook per trein bereikbaar.
Cultuur
Het eiland is in de loop der eeuwen door vele zeevarende volken overheerst. Door de geïsoleerde ligging van het eiland heeft Sardegna toch een eigen cultuur kunnen behouden. De taal, het Sardisch, wordt als een Italiaanse taal beschouwd (geen dialect!) en is voor de 'vastelander' onverstaanbaar; de taal is het dichtst bij het oorspronkelijke Latijn gebleven. Via een Sardijns online woordenboek kun je hiervan een voorproefje krijgen. Het is op dit kleine eiland sowieso een mengelmoes van talen: in Alghero, in de 12e eeuw gesticht door kolonisten uit Valencia en Barcelona, wordt Catalaans gesproken; en op het schiereiland San Pietro in het zuidoosten wordt een Ligurisch dialect gesproken.
De oorspronkelijke bevolking trok weg van de kust en trok naar de bergen waar ze schapen gingen houden. Dat doen ze nog steeds. Je treft hier nog steeds grote kuddes aan. Pas op, want zij hebben voorrang op jouw auto. De schapencultuur zie je ook weer terug in de Sardische keuken; weinig vis op het menu (zeker voor een eiland) en veel schapenvlees en kaas (pecorino) en brood. Paardrijden kent een lange traditie op Sardegna; geen rondjes rijden in de manege, maar meer het ruige werk, zonder zadel. Grappig is dat bij vele paardenraces op het vasteland, zoals de Palio van Siena, de jockeys vaak Sarden zijn.
Nuraghi
Naast de taal zijn ook de Nuraghi kenmerkend voor Sardegna. Deze kegelvormige bouwsels zijn cementloos geconstrueerd van grote opgestapelde blokken basalt. Ze dateren van ongeveer 1500 voor Chr. en zijn gebouwd door een volk waarvan, vreemd genoeg, niets bekend is. Ze hebben geen schrift nagelaten, maar wel zo'n 30.000 nuraghi waarvan er nu nog zo'n 7.000 over zijn. Sommige zijn op zichzelf staande verdedigingstorens, andere vormen onderdeel van een complex met huizen, tempels en graftomben. Je vindt ze vooral ten noorden van Cagliari, rond Barumini, en in de Valle dei Nuraghi in het zuiden bij Sassari.
Kust
De Costa Smeralda is erg mooi en de authentieke uitstraling wordt er zorgvuldig gecultiveerd maar Porto Cervo met de ontelbare, dure boetieks, nachtclubs en restaurants is toch vooral een speelplaats voor de rijksten der aarde. De meest bekende en drukst bezochte stranden liggen in het Noordoosten aan de bekende Costa Smeralda. Deze costa is in de jaren vijftig door de Aga Kahn, een multimiljonair met een discutabel verleden, onder handen genomen en in zijn kielzog is de Italiaanse jetset hier neergestreken. Naast uitgestrekte zandstranden kent de kust ook stille baaien en grotten.
Ben je op zoek naar minder drukke, mooie ongerepte stranden, kun je het beste gaan zoeken (en vinden) in de omgeving van de Golfo di Orosei en het plaatsje Cala Gonone ten oosten van Nuoro. Een leuk plaatsje met prachtige stranden en spectaculaire baaien en grotten. Je kunt hier fantastisch duiken en mooie wandelingen maken. Vertrek dan wel vroeg in de ochtend want tegen de middag is de temperatuur hoog opgelopen; dan moet je zorgen dat je in het water ligt.
Binnenland
In het diepe binnenland ligt het ruige Gennargentu-gebergte en het gelijknamige Parco Nazionale del Gennargentu. Het gebergte is uniek als het gaat om zijn ongereptheid en verlatenheid. Dit is één van de mooiste gebieden op het eiland. Op je wandelingen kun je hier adelaars, gieren, wilde katten, en als je geluk hebt moeflons spotten. De authentieke sfeer van het eiland is hier voelbaar. Hier vind je nog volkomen geïsoleerde bergdorpen waarvan de inwoners zichzelf vooral beschouwen als Sarden en niet zozeer als Italianen. Met Italië hebben ze net zo min iets te maken als met bijvoorbeeld Frankrijk. Sardegna is dan ook een autonome regione van de Italiaanse republiek met een zekere mate van bestuurlijke zelfstandigheid.
Sardegna is een schitterend eiland met uitgebreide mogelijkheden voor vrijwel iedereen. Kunst en cultuur, mooie witte zandstranden met veel vertier of juist heerlijk ongerept, drukke steden en een verlaten, ongerept binnenland waar je kunt wandelen, fietsen of kennis maken met de bevolking. Dit alles is te genieten in de unieke en authentieke sfeer van deze autonome regione.