Steeds meer wordt Sicilia [Sicilië] door toeristen ontdekt. De meest bezochte plaatsen zijn Taormina, de onbetwiste toeristische topper van het eiland. Ook de badplaats Cefalu is zeker een bezoekje waard. Dit wonderschone eiland, het grootste in de Middellandse Zee, heeft echter nog veel meer te bieden. Breng bijvoorbeeld eens een bezoekje aan de lokale markt. Op deze levendige verkoopplaatsen koop je enorme bossen verse basilicum of oregano voor een prikkie!
Sicilia wordt meer en meer door de Nederlanders ontdekt. De meeste touroperators boden al reizen aan naar Taormina, de onbetwiste toeristische topper van het eiland en naar de badplaats Cefalu. Dit wonderschone eiland, het grootste in de Middellandse Zee, heeft echter nog veel meer te bieden.
25 Eeuwen overheersing
De geschiedenis van Siclia is die van 'indringers en bezetters'. Ga maar na: Feniciërs, Grieken, Romeinen, Arabieren, Noormannen, Spanjaarden, Fransen, Duitsers en niet te vergeten (in de ogen van de echte Sicilianen)... Italianen, hebben het strategisch gelegen eiland in de laatste 25 eeuwen overheerst.
Er wordt gezegd dat juist deze eeuwenlange buitenlandse overheersing ervoor gezorgd heeft dat de Sicilianen nog steeds een groot aangeboren wantrouwen hebben ontwikkeld voor 'de staat' of 'de overheid'. Deze natuurlijke afkeer heeft er mede voor gezorgd dat de Italiaanse regeringen tot voor kort nooit de broodnodige steun kregen van het Siciliaanse volk bij de bestrijding van de mafia (met één f in tegenstelling tot de Nederlandse schrijfwijze).
Hoe het ook zij: met name de Grieken (500 voor Christus) en de Arabieren (600 na Christus) brachten echter ook hun beschaving mee, wat goed te zien is op veel plekken op het eiland.
Mafia
Wie Sicilia zegt, denkt Mafia en daar gaan we het dan ook... niet over hebben. Nou ja, even dan. Als toerist zul je er weinig tot niets van merken. Palermo, Catania en Messina zijn op sommige plekken zeer onveilig, maar dat heeft met Mafiosi nauwelijks wat te maken; meer met de helaas inmiddels alledaagse criminaliteit in grote steden.
De sfeer kan in sommige kleinere steden wel enigszins beklemmend overkomen maar niet bedreigend. Je bent natuurlijk bezoeker, toerist in kleine stadjes met een hechte leefgemeenschap. Dit wordt door bezoekers bijvoorbeeld gezegd van het stadje Racalmuto (bij Agrigento); geboorteplek van Leonardo Sciascia, Sicilia's beroemdste (mafia-)schrijver.
Al is het sinds enkele jaren minder, het is nog steeds ongepast en onverstandig om met (onbekende) Sicilianen te praten over La Cosa Nostra. Voor de ware liefhebber is er sinds kort een Mafia-museum in -jawel- Corleone. Het feit dat het eiland de herkomstplaats is van dit toch vooral wrange fenomeen moet voor de liefhebber van de prachtige cultuur en natuur, waar het eiland van uitpuilt, niet relevant zijn.
De stranden
Hoewel het klimaat van Sicilia natuurlijk fantastisch is, is het jammer als je hier alleen komt voor een strandvakantie. Er is hier zoveel moois te zien! Voor de mooiste stranden moet je meestal betalen, maar dan lig je wel op een ligbedje onder een parasol. De publieke stranden van Taormina zijn vaak iets minder goed bijgehouden en je ligt vaak met je handdoekje op grotere of kleinere kiezels.
Cefalù aan de noordkust, tussen Palermo en Messina, vormt de uitzondering. Hier vind je zeker mooie stranden. Het is een prachtig pittoresk stadje, aan de voet van een hoge klif waar alleen de klimgeiten omhoog kunnen. Het heeft een zeer bijzondere 12e eeuwse kerk in Normandische stijl met van binnen Arabische kenmerken. Alsof je de klok er op gelijk kunt zetten, begint ook hier om 6 uur de passeggiata of 'pantoffelparade'; plotseling ben je een onderdeel van het dagelijks leven!
Zoveel te zien
Om alle mooie plaatsen te bezoeken, moet je minstens 2 keer naar Sicilia. De verbindingen tussen alle steden en stadjes zijn heel behoorlijk en niet duur. Je moet er wel wat tijd voor uit trekken. De treinen lopen niet echt op tijd maar gaan wel dwars door de prachtige binnenlanden van dit mooie eiland. De bus, il Pullman, vaak redelijk luxe en op tijd, brengt je van Palermo naar Siracusa (zo'n beetje de grootste afstand) in 4 uur.
Reizend door de glooiende berglandschappen kun je terechtkomen in uitgestorven spookstadjes (de Sicilianen zijn tussen 1860 en 1960 'en masse' vertrokken naar Noord Italië en de VS), of de wat grotere steden Caltanissetta, Piazza Armerina en Enna. In deze steden staan enorme barokke gebouwen, die je doen verlangen naar de vroegere grandeur. Op de lokale, levendige markten koop je enorme bossen verse basilicum of oregano voor een prikkie. Alleen al om de geur van dit soort kruiden, waar de Provence dan misschien beroemd om is, is het de moeite waard om Sicilia te bezoeken.
Ga niet in de winter (bijna alles is dicht) of in juli of augustus (de hitte, mede dankzij de Sirocco-wind uit de Sahara, is ondraaglijk), maar ga bij voorkeur in mei. De cultuur, natuur en bovenal sfeer van dit eiland zullen je voor eeuwig bijblijven.