De laghi del Nord Italia, de Noord-Italiaanse meren, liggen in het overgangsgebied tussen het hooggebergte en de Povlakte. De meeste vind je in de regione Lombardia, maar bijvoorbeeld het meest noordelijke gedeelte van het Lago di Garda vind je in de regione Trentino, terwijl de oostkant in de regione Veneto ligt. De westkant van het Lago Maggiore behoort tot de regione Piemonte terwijl de oostkant juist weer bij Lombardia hoort.
Kenmerkend is een vaak verrassend gevarieerde natuur. Bossen, gletsjers, watervallen, exotische planten en idyllische wijnhellingen (Bardolino) wisselen elkaar af. Ertussen liggen pittoreske dorpjes. Het water van de meren biedt recreatiemogelijkheden voor iedereen. De stranden zijn niet als de langgerekte witte zandtapijten die je aan de Adriatische kust aantreft. Je moet meer denken aan kleine kiezelstrandjes, maar voor pootjebaden zijn ze prima geschikt. De waterpret speelt zich hier voornamelijk óp het water af. Door de pittige (en soms ook verraderlijke) winden die tussen de Alpen door waaien over het tot ver in juni frisse water van deze bergmeren, zijn alle Noord-Italiaanse meren ook ideaal voor zeilers, surfers en waterskiërs. Mogelijkheden te over! Dit verklaart meteen waarom het gebied een zo grote aantrekkingskracht heeft op toeristen.
Regels voor het varen op de meren
Wil je met een eigen boot varen op een van de meren? Houd er rekening mee dat er veel strenge veiligheidseisen en vaarvoorschriften zijn. Houd je bij voorkeur strikt aan deze regels, want de carabinieri controleren streng en vaak en de boetes kunnen behoorlijk hoog zijn!