In de zomer kan het flink warm worden in Italië. Helemaal voor kinderen is er niks vervelender dan vast zitten in een kokende stad. Kies daarom voor een bestemming aan een van de Italiaanse meren. Vooral de Noord-Italiaanse meren zijn populair, zoals het Lago Maggiore en het Lago d'Orta [Ortameer].
Meren in Piemonte: Lago Maggiore, Ortameer
Lago Maggiore
Het Lago Maggiore was één van de eerste bestemmingen van de rijke Engelsen die eind 19e eeuw het 'toerisme' uitvonden. Je kunt je zó voorstellen dat in dit romantische decor, tussen de bergen en de waterkanten begroeid met azalea's, camelia's en verbena, de Engelse high society flaneerde over de boulevards naar de chique hotels. Midden in het meer liggen de Isole Borromee. Stresa, een badplaats met ietwat vergane glorie, vormt het belangrijkste vertrekpunt van de boten naar deze eilanden. Achter dit stadje liggen statige oude villa's met mooie romantische tuinen.
Van hieruit kun je met een kabelbaantje naar de besneeuwde top van de Monte Mottarone. Daar heb je een werkelijk spectaculair uitzicht op de omringende bergen! De Engelsen hebben de natuurlijke schoonheid van de streek uitgebreid met kunstmatige grotten, follies, fonteinen, beelden en landschapstuinen zoals bij het Palazzo Borromeo op het Isola Bella. Het Isola Madre is grotendeels een botanische tuin. Naarmate je dichter bij de Zwitserse grens komt, wordt het ook minder druk. Bij Cannobio, een marktplaatsje aan de grens, ligt de Orrido di Sant'Anna: een werkelijk spectaculaire klif en waterval die per boot te bereiken zijn. Naast de mogelijkheden op en in het water zijn er ook voor golfers een aantal mooie courses waar 'gewerkt' kan worden aan het verbeteren van je handicap.
Lago di Como
De meeste kampeerders aan het Comomeer zitten in het enigszins vlakke noorden bij Domaso, Gravedona en Colico. Het mooiste stuk is echter het midden van de omgekeerde Y die het meer vormt. Hier liggen dorpjes als Bellagio, Menaggio, Tremezzo (met de wereldberoemde Villa Carlotta, een must!) en Varenna. Met de vele (veer)boten zijn ze makkelijk te bereiken. Het zijn stuk voor stuk pareltjes aan het water die alleen in de zomer en op zondag, minder relaxed zijn dan in de rest van het jaar. Op zondag vindt er namelijk een invasie van Milanezen plaats.
Voor één dag wordt de milanese passeggiata dan verplaatst naar de boulevards langs het meer. Ben je in de gelegenheid, ga hier dan in het voor- of najaar een paar dagen in een hotelletje zitten en geniet van de sfeer in deze omgeving en van de geweldige natuur. Rijd of wandel op een heldere dag een paar honderd meter de weg naar boven, de bergen in (bijv. bij Mennagio) en geniet van een onvergetelijk uitzicht. De stad Como, zo'n dik half uur van Milano, is een prettige, welvarende stad met een autovrij centrum waar je aardig kunt winkelen. Met een tandradbaantje kun je naar de Monte Brunate, 682 m boven de stad. Hiervandaan kijk je op Como met zijn 14e eeuwse Duomo, het Lago en de Zwitserse Alpen.
Lago d'Orta
Het kleine, met dichte bossen omgeven, Lago d'Orta ligt iets ten westen van het Lago Maggiore. Hier geen grote mensenmassa's maar bos, natuur, mooie wandeltochten en rust. Vanuit Orta San Giulio met zijn barokke en renaissance gebouwen kun je de boot nemen naar Isola San Giulio. Hier staat een Romaanse basiliek met mooie fresco's en een zwarte marmeren preekstoel. Vanuit Orta kun je ook een wandeling maken naar de 396m hoge Sacro Monte. De 376 levensgrote terracotta beelden beelden het leven uit van Franciscus van Assisi. Ook zijn er onder de pijnbomen prima picknickplaatsen met uitzicht op het meer. Het gedeeltelijk autovrije dorp leent er zich uitstekend voor om op een terras aan het water te gaan zitten en de drukte in het kleine haventje te bestuderen. Vooral op zondagochtend een kleurrijk en levendig beeld als de kerkgangers staan te wachten op het bootje dat hen naar de kerkdienst in de basiliek op het eiland brengt.
Lees ook de informatie over het Lago diGarda en het Lago d'Iseo.