De regio Trentino-Alto Adige [Zuid-Tirol] is zeer geliefd onder de fanatieke wintersporters. Het gebied is beroemd om de tot het Unesco Werelderfgoed behorende Dolomieten.
Trentino-Alto Adige is te verdelen in het Italiaanstalige deel Trentino en het Duitstalige deel Alto Adige, Südtirol (Zuid-Tirol). Het is overal fijn skiën en het uitzicht is mooi. Het grote verschil zit echter in de sfeer en de italianità, Italiaansheid van het gebied. In Zuid-Tirol is Duits de voertaal, in Alto Adige Italiaans.
Val di Fiemme is zo'n typische bestemming voor Italianen. Een fijn gebied waar de bergen niet zo hoog zijn als elders in de Dolomieten.
Houd je van afwisseling en lijkt een skisafari je leuk, waarbij je elke dag op een andere lokatie skiet, dan zijn de 8 skigebieden van Skirama Dolomiti een aanrader. Met 1 skipas kun je gebruik maken van 150 liften en 380 km aan pistes.
Wintersporten in Alto Adige (Zuid-Tirol)
Blikvanger van de Dolomieten is toch wel de ruim 3.000 meter hoge Marmolada. Aan de voet van deze berg strekken zich twee belangrijke skigebieden uit. Het Val di Fassa is vooral bij Italianen geliefd, maar het meest bekend is toch wel Val Gardena: het gebied rondom het Sella massief met de bekende giro dei quattro passi dolomitici beter bekend als Sella Ronda.
Sella Ronda
De naam Sella Ronda stamt uit de tijd dat er nog geen enkele skilift in het gebied was en men 's zomers via moddersporen een tocht rondom het Sella massief kon maken. De ronde bestaat uit een aantal afdalingen waarbij skiliften voor de nodige aansluiting zorgen. Vanuit de vier grotere plaatsen in het gebied te weten Selva, Canazei, Arabba en Corvara kun je met het circuit beginnen.
Skibussen rijden af en aan bij deze startlocaties, hetgeen ook handig is als je het toch niet redt om de hele ronde te skiën. Volgens ' het boekje' is de tocht 40 km en kun je deze zowel rechtsom als linksom skiën. Met een beetje puzzelen kun je de tocht makkelijk uitbreiden tot 80 km: de Super Sella Ronda.
Het officiële circuit bestaat voornamelijk uit rode (middelzware) pistes en de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat je ook nogal wat tijd in de (snelle) liften doorbrengt... maar wat een uitzicht! Op de pistes natuurlijk ruimschoots mogelijkheden om even uit te rusten en te lunchen in een van de vele restaurants. Even snel energie opdoen met een bord Spaghetti Bolognese of een pizza uit de houtoven en dan snel weer de pistes op. Die zijn dan opvallend leeg want de Italianen vinden dat je ook van de lunch uitgebreid moet genieten...
De Oostenrijkse invloed van weleer is overigens nog steeds merkbaar. Plaatsen als Ortisei en Selva ken je wellicht als St. Ulrich resp. Wolkenstein. Het kan je zelfs overkomen dat je in je beste Italiaans wilt tanken, maar vervolgens niet begrijpend wordt aangekeken. In de meeste dorpen kun je trouwens gewoon met beide talen terecht.