Het autovrije stadje San Gimignano ligt in het midden van de regio Toscana [Toscane]. Het staat vooral bekend om de veertien hoge torens die het beeld van buitenaf domineren. Door het knooppunt van vele wegen was San Gimignano vroeger een belangrijke handelsstad. De torens beschermde het stadje tegen plunderaars en straalde rijkdom uit naar de buurdorpjes.
Boven op een heuvel in het Toscaanse landschap ligt San Gimignano. Eén blik op het stadje en het is duidelijk waarom het ook wel het 'Manhattan van Toscane' genoemd wordt. Het silhouet van San Gimignano is sinds de Middeleeuwen nauwelijks veranderd. Veertien torens domineren het beeld van welke kant je het stadje ook benadert. Laat je auto achter op een van de grote parkeerplaatsen buiten het dorp en slenter het autovrije stadje in.
Le Torri
Het zijn de overblijfselen van een 72 torens die het stadje domineerden in de 12e en 13e eeuw. De historici zijn het er niet over eens wat precies het doel was van deze torens. In de Middeleeuwen was San Gimignano een handelsstadje op een knooppunt van wegen. Van hieruit werd saffraan vervoerd o.a. naar Nederland. De torens dienden als verdedigingswerken tegen plunderaars en vooral als symbool van rijkdom voor de buren. Dus per fare la bella figura. Als je ziet hoe klein het stadje is kun je je voorstellen hoe het eruit gezien heeft, gedomineerd door 72 torens. Bij wet was wel vastgelegd dat geen enkele toren hoger mocht zijn dan de 51 meter hoge La Rognosa. Dit was de toren van het Palazzo del Podestà, de zetel van de magistraat, de burgemeester dus. Indertijd werden een aantal torens een kopje kleiner gemaakt om dat zo te houden. La Rognosa is nu nog wel de oudste maar niet meer de hoogste.
Museo Civico
Het Museo Civico is gevestigd in het Palazzo del Popolo. In het Palazzo vind je het grote Maèsta fresco van Fillipo Memmi. In het Museo vind je freschi van diverse kunstenaars. Opmerkelijk is de huwelijkstafereel cyclus van Di Filippuccio. Deze cyclus uit de 14e eeuw laat scènes zien uit een huwelijk, een echtpaar samen in bed en in bad, wat erg ongebruikelijk was voor die tijd. Vanuit het Museo Civico heb je ook toegang tot de hoogste van de nog bewaard gebleven torens. Het uitzicht is zeker de moeite waard. Voor alle musea in het stadje is trouwens bij het APT (VVV) een passe partout te verkrijgen dat ongeveer 10 Euro kost.
Vanuit het midden van het stadje loop je door de Via San Giovanni de stad weer uit. Dit is dé winkelstraat met een keur aan producten uit de streek. Olijfolie en de heerlijke witte Vernaccia di San Gimignano. Ook een keur aan tekeningen, kaarten en foto's van alle beroemde freschi waarop je ze waarschijnlijk beter kunt zien dan in de donkere musea.
L'intorni
In het hoogseizoen is het erg druk in dit kleine stadje. Als je geluk hebt vind je een parkeerplaats rondom het centrum, maar wees er snel bij want vol is vol. Volle parkeerplaatsen betekent eveneens schuifelen tussen de massa in het centrum zelf. Laat de drukte daarom achter je en ga lekker wandelen door de velden rondom het dorp op een van de uitgezette wandelroutes. Elke bocht biedt je weer een ander verrassend uitzicht op het stadje.